UWV: Toenemend tekort in zorg door vergrijzing

In februari daalde het aantal WW-uitkeringen in Zeeland ten opzichte van de maand ervoor met ruim 100. In december en januari steeg dit aantal nog. De afname in februari was het sterkst onder technische beroepen (-30). De daling is waarschijnlijk een gevolg van de sterke versoepeling van de coronamaatregelen waardoor het vertrouwen van werkgevers en consumenten toeneemt. Ten opzichte van een jaar geleden nam het aantal uitkeringen in Zeeland af met 34%, hetgeen gelijk is aan de landelijke daling.

Krapte op arbeidsmarkt onverminderd hoog

In het vierde kwartaal van 2021 bedroeg de Spanningsindicator Arbeidsmarkt UWV in Zeeland 4,4. ‘Dat betekent dat er per direct beschikbare werkzoekende gemiddeld 4,4 vacatures openstaan. Landelijk stond de indicator op 3,8. De arbeidsmarkt in Zeeland wordt als ‘zeer krap’ getypeerd.’ Ten opzichte van het derde kwartaal in 2021 is de Spanningsindicator gedaald. ‘In het derde kwartaal wees de indicator 6,4 aan.’ De daling was het sterkst bij agrarische beroepen (minder vraag in laagseizoen) en bij horeca-gerelateerde beroepen (gevolg lockdown en seizoenseffect). De grootste krapte doet zich voor bij ICT-beroepen, technische beroepen en beroepen in het segment openbaar bestuur, veiligheid en juridisch. 

De krapte op de arbeidsmarkt eind 2021 lag hoger dan vóór de coronacrisis. ‘In het vierde kwartaal van 2019 stonden er gemiddeld 4 vacatures open voor iedere (direct beschikbare) werkzoekende in Zeeland. CBS wijst drie oorzaken aan voor de uitzonderlijke krapte op de arbeidsmarkt. Op de eerste plaats wordt gewezen op de sterke groei van de economie waardoor de vacaturemarkt groeide. In het laatste kwartaal van 2021 stonden er in Zeeland ruim 8.000 vacatures open. Begin 2021 waren dat er ruim 6.000. Daarnaast heeft de markt te maken met een enorme pensioneringsgolf en is nieuwe instroom nodig om de vertrekkende werknemers op te volgen. Als laatste wordt gewezen op de impact van de coronacrisis. De arbeidsmarktmigratie kwam vrijwel stil te liggen en veel migranten uit Midden-Europa keerden terug naar hun vaderland. Als de markt dan vervolgens aantrekt is dit aanbod niet direct beschikbaar. Verder wijst het CBS op de overheidsmaatregelen die de dynamiek op de arbeidsmarkt verstoorden: bedrijven die onder normale omstandigheden failliet zouden zijn gegaan, bleven vooral dankzij de NOW-regeling overeind en mede daardoor bleven werknemers zitten in banen, waar ze anders uitgestroomd zouden zijn.’