Zomerstageweek eindigt bij Klompenmakerij

Na een uurtje instructie aan de boormachines legt de burgemeester zijn oordoppen even terzijde. “Ik doe dit nu voor het vierde jaar en voor mij is het een hele fijne, informele manier om - anders dan bij een rondleiding tijdens een bedrijfsbezoek - bedrijven te leren kennen. Bovendien levert een stage op dat je niet alleen de ondernemer spreekt, maar ook mensen die er werken. Je mag gewoon een beetje meedoen en komt op een andere manier binnen.”

Vijf decennia klompen

Jaap en Joke Kramer zijn in 1995 samen met Kees Traas (de oude klompenmaker, redactie) in een vof gestapt. Traas woont nog altijd in de naastgelegen woning. De ‘oude Traas’ is meer dan alleen de voormalige klompenmaker-eigenaar. “Ik kom van Nisse”, zegt Jaap Kramer. “Vroeger had je daar een fanfare en daar kwam ik als 12-jarige jongen bij (Jaap speelde bariton, redactie). De oude klompenmaker was de dirigent.” Als 13-jarige vroeg hij of er zaterdags een baantje voor hem was. Het bleek de start van intussen vijf decennia in de klompenmakerij.

Deze maand hoopt Jaap Kramer 65 jaar te worden. Maar wie denkt dat hij met zijn pensionering bezig is, vergist zich. Het ambacht, het bedrijf, het is zijn leven. “Als ik de stekker eruit haal, verdwijnt ook de cultuur, het ambacht, het vakmanschap. Dát is mijn eerste zorg en een niet te verteren gedachte. Twee jaar geleden waren er ideeën over andere vormen van bedrijfsvoering. Maar toen kwam de gezondheidscrisis en hadden we heel andere zorgen. Juist daarom waarderen we het enorm dat er vandaag op een informele manier een gedachtewisseling kan ontstaan over waar je als ondernemer tegenaan loopt.”

Werkend museum

De burgemeester beaamt dat. “Er wordt een plan ontwikkeld rond het voortzetten van de klompenmakerij als werkend museum. Jaap heeft mensen om zich heen die daar vanuit hun eigen discipline echt betekenisvol zijn. Binnen de Europese subsidiegroep bekijken wij de mogelijkheden van ondersteuning.”

Aan passie en ideeën voor de toekomst geen gebrek. Kramer: “Molen de Vijf Gebroeders staat op ongeveer 750 meter lopen van de klompenmakerij. Deze molen draait alleen op vrijwilligers. We onderzoeken de mogelijkheden om in de toekomst zowel de molen als klompenmakerij als cultuurgoed te behouden. Het moet niet alleen financieel uitvoerbaar zijn, maar ook gedragen worden door de omgeving en belanghebbenden.”

Burgemeester Dijksterhuis vult aan dat een belangrijk perspectief voor de klompenmakerij de locatie is. “Het ligt aan de buitenkant van het dorp, langs een fietsroute. Die goede bereikbaarheid voorziet daarmee in veel disciplines. Onderwijs, cultuur bewaren, lesgeven, met streekproducten de lokale ondernemers steunen, promoten van het gebied. Allemaal input voor een gedegen en toekomstbestendig businessplan.”