Vlissingse scouts hadden een geslaagd jubileumkamp

Tijdens de opening van het jubileumkamp vertelt de voorzitter van Scoutcentrum Zeeland Wouter Dert over vroeger. “Ik weet nog hoe ik als zevenjarige vanuit Vlissingen naar het Veerse Meer fietste. We gingen helpen om het scoutcentrum aan te leggen. Er was nog niets, je kon vanaf hier zo de toren van Veere zien. We hebben bomen gepland en er werden rotsen langs de waterkant gestort. Er werden paden en kampeervelden aangelegd en er werd een toiletgebouwtje gebouwd.” Wat klein begon is in 52 jaar uitgegroeid tot een niet weg te denken centrum voor scouts uit binnen- en buitenland. Met 27 kampeervelden, 22.000 overnachtingen per jaar en ruim dertig vaste vrijwilligers is het een bloeiend centrum voor iedereen die van scouting houdt. “Bij scouting kan iedereen meedoen. Je hoeft niet de snelste of de beste te zijn, daar gaat het niet om. Scouting is met en voor elkaar.” 

Twee jaar geleden was het, om de bekende reden, onmogelijk om een groot kamp als dit te houden. Nu het wel weer kan steken de vrijwilligers maar wat graag de handen uit de mouwen. Dertien groepen, uit heel Zeeland, vormen een goede afspiegeling van de Zeeuwse scouts. “2020 en 2021 waren voor het scoutcentrum moeilijke jaren, we hebben de broekriem moeten aantrekken. Nog altijd zien we maar een fractie van de buitenlandse groepen dan we voorheen mochten ontvangen. Dat is een probleem voor het financiële plaatje, maar daar komen we uiteindelijk wel weer bovenop. Dat er nu weer bijna 600 scouts van alle leeftijden bij elkaar zijn, vind ik echt geweldig.” Dert straalt als hij naar de langslopende scouts kijkt. Bevers van vijf jaar, welpen, scouts, zeeverkenners, leiding en ‘oude rotten’, verbinden het scoutingspel. “Wij zijn zeeland, waterscouting en landscouting, samen. Dat geeft zoveel plezier, dit is waar ik het voor doe.”