‘Meer onderzoek nodig naar effect windpark op natuur’

Reimerswaal en Woensdrecht willen, samen met Eneco, Lindewind en Zeeuwind, twee rijen windmolens plaatsen langs het Schelde-Rijnkanaal, tot over de rijksweg A4 langs de Belgische grens in Woensdrecht. Voordat gemeenten, provincies en waterschappen besluiten over vergunningen, zijn de milieugevolgen onderzocht in het milieueffectrapport. ‘Met het extra natuuronderzoek is het rapport compleet’, laat de commissie weten.

Voor de realisatie van de windmolens moeten wegen worden aangelegd of aangepast en bouwmaterialen aangevoerd. De verwijdering van een turbine in Woensdrecht en van de windparken Bath en Anna-Mariapolder zijn onderdeel van het plan. In het rapport zijn volgens de commissie de milieueffecten goed beschreven. ‘Ook wordt duidelijk wat de kans op hinder is voor omwonenden.’

Voor de effecten op de natuur mist er op twee punten nog informatie, aldus de commissie. ‘Eén van de windturbines is nu geplaatst in het Natuurnetwerk Zeeland, wat de natuurwaarden kan aantasten.’ De commissie adviseert om deze gevolgen uitvoeriger te beschrijven. ‘Daarnaast komt er bij de aanleg van het windpark extra stikstof vrij. De gevolgen hiervan voor het Natura 2000-gebied Brabantse Wal zijn nog niet volledig in beeld.’

Reactie

‘In de huidige tussentijdse rapportage is het natuurcompensatieplan, dat al klaar ligt, nog niet opgenomen en het laten vervallen van drie windturbines ook niet. Dat draagt bij aan een lagere stikstofemissie’, laat de gemeente Reimerswaal in reactie op het advies weten.’ Met onder meer deze aanpassingen verwachten de initiatiefnemers na de zomer een goed plan te kunnen presenteren. ‘Omdat het windpark kleiner wordt dan in de mer beschreven, is ook de eenmalige stikstofemissie bij de bouw ervan lager dan dat de commissie heeft beoordeeld. Daarbij komt dat de nieuwe windturbines in de gewijzigde aanvraag verder van de Brabantse Wal worden gebouwd. Daarmee verwachten we dat de stikstofemissie bij de bouw eveneens geen bezwaar meer zal zijn.’