Kees de Blaeij uit Kruiningen: ‘Vrijwilliger zijn is voor mij een hobby’

Kees de Blaeij mag zich sinds de lintjesregen Lid in de Orde van Oranje-Nassau noemen. Hij kreeg de onderscheiding, omdat hij zich al veertig jaar inzet voor de tafeltennisvereniging in Yerseke. Daarnaast heeft hij zich ingezet als bestuurslid op basisschool Het Kompas. Burgemeester José van Egmond van de gemeente Reimerswaal bracht hem telefonisch op de hoogte van het nieuws. “Het was een complete verrassing”, vertel Kees. “Mijn vrouw zat ook in het complot. Ze wist het al anderhalf jaar. Ze moeten je hele doopceel lichten, dus dat is nog niet zo makkelijk. Alle communicatie is via de mail richting mijn zoon gegaan en hij had contact met mijn vrouw. Nadat ik gebeld had met de burgemeester, stonden ze diezelfde dag nog met vier vrouw sterk op de stoep om de onderscheiding te brengen en foto’s te maken. In de tuin in de zon heeft mijn vrouw het lintje opgespeld. Dat is natuurlijk hartstikke leuk en bijzonder. De waardering die ik krijg vind ik belangrijk”.        

Anticiperen

Kees was voorgedragen door de tafeltennisvereniging, waarvoor hij nog steeds zowel actief is als spelend lid en vrijwilliger. “Ik was bij de oprichting en nu ben ik als een van de laatste der Mohicanen overgebleven. Ik ben een soort klusjesman en actief in het bestuur en doe onder andere de ledenadministratie.” Hij is er zo maar ingerold, in het tafeltennis. “Sporten doe ik al vanaf mijn kleutertijd. Ik heb jarenlang geturnd. Toen ik daarmee stopte, ben ik op mijn 27e begonnen met tafeltennis. Ik kon er in het begin niets van, maar ben van lieverlee steeds een beetje beter geworden. Ik heb ook altijd competitie gespeeld. Ik ben nooit een ster geweest, maar sommige jeugdleden hebben op landelijk niveau gespeeld en ook de senioren, die nu in de eerste klas spelen, hebben jaren in de hoofdklasse gezeten”.

Volgens Kees heeft tafeltennis veel weg van schaken. “Je moet weten hoe de tegenstander gaat reageren. Dat anticiperen vind ik een heel leuk aspect van deze sport. Soms win je van een sterkere tegenstander, omdat je weet wat hij gaat doen”. Alhoewel het goed gaat met de vereniging vindt Kees het jammer dat jeugdleden vaak afhaken. “Kinderen kunnen zo veel andere dingen doen tegenwoordig, maar financieel staat de vereniging er gelukkig goed voor. Het is met vijfentwintig leden ook maar een kleine club, maar we draaien lekker door. In coronatijd is niemand gestopt en voor mij is vrijwilligerswerk een hobby dus ik ga ook nog wel even door”.