Foyer de Jeunesse heropent als Jongerenhuis Vlissingen

Zo ook voor Bailey, dit is niet haar echte naam, nu 20 jaar. Zij kwam op 18-jarige leeftijd in, toen nog Foyer de Jeunesse, wonen. “Ik was blij met een plek en minder controle dan waar ik vandaan kwam, maar had moeite alles te moeten delen met anderen.” Zo deelde ze de keuken, badkamer en ze moesten om toerbeurten gezamenlijke ruimte schoonmaken. “Als dat niet van mensen is die je eigen zijn, is dat toch anders. Zeker als je enige last hebt van smetvrees.” Er is dan ook weinig wat Bailey mist ten opzichte van de oude situatie in het jongerenhuis en vindt het fijn dat ze nu meer zelf mag bepalen in haar eigen appartement. “De regel dat ik geen huisdier mag is het enige dat ik stom vind. Zelf geen vis.”

Zelfstandigheid
De jongeren tussen de 16 en 27 jaar die wonen in een jongerenhuis kunnen vaak niet terugvallen op ouders of persoonlijk netwerk en door (dreigende) thuisloosheid lukt het hen niet om werk of opleiding op te pakken of te vervolgen. Zo kunnen er hulpvragen liggen op het gebied van financiën, psychisch welbevinden, zoeken of behouden van een baan en vrijetijdsbesteding. Zo leerde Bailey er voor zichzelf te zorgen, had na drie dagen een baan en ging weer terug naar school. “Doordat ik ook voor mijzelf ging koken, besefte ik dat ik koken echt leuk vind! Ik volg nu een opleiding om kok te worden en werk in de horeca. Dat nu ook in het jongerenhuis niemand op mijn vingers staat te kijken terwijl ik kook, is echt heel fijn!” De begeleiding is er nu vooral op gericht om haar te stimuleren meer te ondernemen op sociaal gebied. Ze is nog graag op zichzelf, heeft maar enkele vriendschappen in de buurt en haar oma. Haar toekomst ziet ze positief in. Ze mag nog een klein jaar in het Jongerenhuis wonen om uiteindelijk zelfstandig te gaan wonen. Daar zit ook meteen de overeenkomst met haar vrienden. “Zij wonen vaak nog thuis, maar hebben ook moeite met het vinden van een eigen woonruimte. Ik ben op dit moment al volop aan het reageren op woonruimte en merk dat dat erg lastig is. Maar ik geef niet op!”