Veel scholen kiezen voor andere doorstroomtoets

De doorstroomtoets wordt mede gebruikt voor het advies dat een kind krijgt voor de middelbare school. Zes toetspakketten zijn goedgekeurd. De toets van CITO was al het meest gebruikt en dat aantal is nu verder toegenomen. Vorig schooljaar waren bijna 78.000 exemplaren besteld bij CITO, oftewel 43 procent van alle doorstroomtoetsen. Dit jaar zijn het er ruim 83.000, wat neerkomt op 47 procent.

De grote daler is de digitale doorstroomtoets Route 8 van het Apeldoornse bedrijf A-Vision. Die werd vorig jaar ruim 21.000 keer besteld (bijna 12 procent) en dit jaar bijna 14.000 keer (bijna 8 procent). De vier andere toetsen blijven ongeveer gelijk: IEP is goed voor bijna 38 procent van alle bestelde toetsen, DIA voor 4,7 procent, AMN voor 1,5 procent en de DOE-toets voor bijna 1 procent.

Hoger advies

Volgens DUO zijn er iets minder doorstroomtoetsen besteld dan vorig jaar. Het totale aantal is gedaald van bijna 180.000 naar bijna 176.000. Dit komt onder meer doordat er minder kinderen in groep acht zitten dan vorig schooljaar. Scholen bestellen doorgaans ook iets meer toetsen dan het aantal kinderen, zodat ze een reservevoorraad hebben, en het kan zijn dat ze dit jaar een kleinere marge aanhouden.

De doorstroomtoets is de opvolger van de eindtoets. Voorafgaand aan de toets krijgen kinderen al een advies voor de middelbare school. Als het resultaat van de toets vervolgens beter uitpakt dan verwacht, moet de basisschool dit advies in principe verhogen. Daar mag deze alleen van afzien als daar een goede reden voor is.

Veel kinderen hebben vorig schooljaar een hoger advies gekregen na de doorstroomtoets. Basisscholen vinden dat er te veel verschillen tussen de toetsen zitten. Bij de ene zou 53 procent van de kinderen zijn uitgekomen op het basisniveau rekenen, bij de andere nog geen 40 procent. Hun koepel, de PO-Raad, wil daarom dat er nog maar één doorstroomtoets is voor alle leerlingen. Ook een meerderheid van de Tweede Kamer is daar voorstander van.