Geen ding of mens kan bestaan zonder het bestuur,
de soevereiniteit van God.
Het leven van de mens zou niet meer bestaan
zonder Gods bestuur en voorzieningen.
Dit is het belang van Gods stichting van
omgevingen voor de overleving van de mens.
I
Al wat God doet voor het overleven van de mens
en hun vermenigvuldiging is van belang.
Elk ding dat Hij onder alle dingen doet,
is belangrijk voor de overleving van de mens.
II
Los van je afkomst of in welk land je woont,
in het Oosten of het Westen, je kan de omgevingen
voor de overleving van de hele mensheid
die door God zijn ingesteld niet verlaten.

Geen ding of mens kan bestaan zonder het bestuur,
de soevereiniteit van God.
Het leven van de mens zou niet meer bestaan
zonder Gods bestuur en voorzieningen.
Dit is het belang van Gods stichting van
omgevingen voor de overleving van de mens.
III
Je kan jezelf nooit afscheiden
van Gods voeding of Zijn voorzieningen,
die God je blijft geven door de omgevingen
voor de overleving van de mensheid.

Geen ding of mens kan bestaan zonder het bestuur,
de soevereiniteit van God.
Het leven van de mens zou niet meer bestaan
zonder Gods bestuur en voorzieningen.
Dit is het belang van Gods stichting van
omgevingen voor de overleving van de mens.

Het maakt niet uit hoe je voorziet in je levensonderhoud,
of hoe je leven in het vlees wordt onderhouden,
je kan je niet afscheiden van Gods bestuur,
je kan je niet afscheiden van Gods management.

Geen ding of mens kan bestaan zonder het bestuur,
de soevereiniteit van God.
Het leven van de mens zou niet meer bestaan
zonder Gods bestuur en voorzieningen.
Dit is het belang van Gods stichting van
omgevingen voor de overleving van de mens.

uit 'Het Woord verschijnt in het vlees'