Hoi!

Wat leuk dat je binnen komt. Ik woon met vader Cor, moeder Dirkje en broer Mark op nr. 109. 
Naast de voordeur staat een struik met oranje besjes. Die gooi ik wel eens naar binnen, dat vindt mam niet leuk.
Ik doe de deur voor je open, dan zie je onze gang die naar de keuken leidt.
Ga je mee naar boven?

Even de trap op waar ik 's nachts wel eens slaap. Dat komt omdat ik vaak 's avonds heen en weer loop van
de trap naar de woonkamer. Dan doe ik de tussendeur open en ik vertel mijn ouders iets. Dan hoop ik dat ik bij ze kan blijven zitten.
Ze trappen daar helaas niet in. Zittend op de trap verzin ik weer een nieuw iets nieuws om ze te vertellen. Op den duur val ik in slaap en dan word ik in mijn bed gelegd.

Als we de trap volgen en we komen boven, dan is mijn kamer gelijk rechts. Achter mijn kamer rechts zit mijn broer. Tegenover mijn kamer is de badkamer. Daar is een douche, wasbak en een bad. Als we boven naar de linkerkant gaan, dan komen we bij de grootste kamer. Daar slapen mijn ouders. Nog meer naar links staat een ladder die naar onze zolder gaat. Dat is spannend, ik ging een keer met mijn broer naar een gedeelte waar alles piepte en kraakte. Het leek wel of we door de planken heen zouden zakken. 

Kom, we gaan weer naar beneden. Trapje af, gang door, keuken in. Achter de keuken hebben we een schuur, als je de deur links open doet, dan kom je in de tuin. Die is leuk joh, eerst een stuk met tegels en daarachter een flinke tuin die naar beneden loopt. Op de tegels kan ik lekker met mijn tractor rijden. Sneller en sneller ...
Beneden staan er pruimen en perenbomen. Mam maakt vaak pruimenjam. Achter de bomen een sloot en dan een hek. Daar ligt een flink weiland en een geheimzinnig bosachtig gebied. Daar heb ik heel wat beleefd joh ... dat vertel ik je volgende week!

Ik ga nu zzzzzzzzzzzzzzzzzzz, jij ook trusten. Slaapje doen, Klaas Vaak strooit zand in mijn ogen.

Jos